De aalscholver woont langs grote visrijke rivieren, lagunes, meren, en langs de kusten.
Zij vormen soms kolonies van verschijdene duizenden vogels in hoge bomen.
Zulke bomen sterven geleidelijk af, doordat ze geheel met de uitwerpselen van de vogels worden bedekt. 33 afbeeldingen |
De Arabische Buulbuul komt voor in de uitgestrekte gebieden rond het Suezkanaal (broedgebied) en leeft in palmenaanplant, wadi's met enige vegetatie, tuinen etc. Het is een standvogel. 4 afbeeldingen |
De Arabische zwartkop broedt in acacia's in halfwoestijnen. Standvogel, relatief schuw, beweeglijk en rusteloos. 1 afbeelding |
Het leven van het baardmannetje draait geheel om riet. in de zomer etedn ze insecten en in de winter uitsluitend rietzaden.
Deze verandering van dieet is alleen mogelijk door aanpassing van de maagwand. 51 afbeeldingen |
De Gele Kwikstaart zien we vooral in polderlandschap, vochtige weiden, moerassige tereinen, niet al te droog bouwland
en ook op schorren en kwelders. Er komen in Europa verschillende rassen voor.
Het nest wordt goed verborgen, bij voorkeur onder overjarig gras. 2 afbeeldingen |
De Barmsijs komt in heel West-Europa incl. de Britse eilanden en de Alpen voor. Leeft vooral in duingebieden. In de winter meestal op elzen en berken te vinden. Heeft in de winter voorkeur voor berkezaden. 2 afbeeldingen |
Vrij algemene broedvogel aan de kust. Standvogel (gedeeltelijk).Deel trekt van half juli tot mei. 8 afbeeldingen |
De Blauwborst broedt in moerasgebieden, langs vennen, sloten en rivieren met elzen,wilgen en riet; ook in aardappelvelden, schorren etc. Zomergast ( maart-september ). Nestelt in graspol of laag in dichte wilgenstruik. 33 afbeeldingen |
De blauwe ekster broedt in Zuid-Spanje en Portugal en is daar een standvogel. 6 afbeeldingen |
De blauwe Kiekendief broedt in Noord- en Oost Europa, meest op laagveen en heide. Broedvogels uit Noord-0ost Europa trekken in september oktober naar West-Europa en keren terug in maart tot begin mei. 8 afbeeldingen |
De blauwe Reiger broed buiten het hooggebergte in heel Midden en West-Europa. Maakt stevige horst van sterke takken, soms ook nestelen ze in het riet. Broeden in kolonie van maart tot mei. De jongen vliegen pas na 50 dagen. Voedsel vissen, veldmuizen, kikkers, libellen. 8 afbeeldingen |
De Blauwe rotslijster broedt in rotsachtig en steil terrein aan kusten, in ravijnen en berghellingen met rotsblokken; plaatselijk ook op steengroeven en ruines. Standvogel., komt voor in de Balkan en alle landen rondom de middellandse zee. 1 afbeelding |
De tapuit wordt geschaard onder de lijsterfamilies. het mannetje toont verschillende nestholten in muurgaten
, konijneholen, houtkloven enz. Het vrouwtje kiest tenslotte haar nestplaats. De tapuit is een trekvogel. 5 afbeeldingen |
Noord america ( Cuba )
5 afbeeldingen |
De Boerenzwaluw is de broedvogel van cultuurlandschap met boerderijen en dorpen. Zomer gast hoofdzakeleijk april-oktober en overwintert in Afrika. Roest buiten broedtijd vaak in grote getale in rietvelden. 5 afbeeldingen |
Broedt bij voorkeur op zandige bodem met schelpen of kiezels.In Nederland het hele jaar door te verwachten op stranden, slikken,rivieroevers en kwelders. Trektijd maart-mei en augustus-oktober. 3 afbeeldingen |
Vrouwtje heeft slechts 1 borstband.Zit vaak open, bidt regelmatig en duikt van grote hoogte. In Midden-oosten lokaal talrijk aan vijvers, riviermondingen en lagunes. 2 afbeeldingen |
Broedvogel in Oost- en Noord Europa , Italië, Scandinavië, Ierland en Schotland. Vaak te zien samen met roekenop akkers en afvalbergen.
Wij zien hem als doortrekker en wintergast nog sporadisch. De soort neemt in nederland af. 3 afbeeldingen |
Bonte strandloper : De bonte strandloper vind je vaak in grote groepen, vooral bij hoogtij langs kusten, delta's en stranden. Verspreid zich bij laagtij over stranden en foerageert dan alleen of in kleine losse groepen. 3 afbeeldingen |
De bonte vliegenvanger komt voor in oude loof- en gemengde bossen en is een holenbroeder. Hij overwintert in tropisch Africa. 19 afbeeldingen |
Boomklevers kruipen even gemakkelijk omhoog als omlaag langs stammen en takken - ze steunen dus niet op hun staart - op zoek naar zaden en insecten.
Boomklever is een standvogel en is een holenbroeder. Dikwijls worden specht nesten gebruikt waarbij de vliegopening met speekselmodder verkleind worden. Concurenten zijn met name spreeuw ,bonte vliegevanger en mezen. 8 afbeeldingen |
De Boomkruiper prefereert oudere, lichte loof- en gemengde bossen en broedt ook in laaggelegen parken en lanen. Standvogel, blijven vaak hun geboorte- en nestplaats trouw. 4 afbeeldingen |
De boompieper is een trekvogel ( april - oktober ). Broedt in niet te dicht met bomen bezaaid open land, langs de bosrand en op open plekken in het bos. Heeft 1 - 2 leggsels tussen mei en juli, goed verstopt in het gras. Voed zich met kleine dieren uit het wiedegebied. 4 afbeeldingen |
De beste herkenning van deze valksoort zijn de zwarte baardstrepen. Bidt niet zoals een torenvalk, maar slaat zijn
prooi in de vlucht. Voedsel ; Kleine vogels, grotere insecten, vooral kevers en libellen. Zijn zelfs in staat gierzwaluwen te vangen. 4 afbeeldingen |
Komt voor in riet en moeraslanden, en lichte rivier-bossen. Zomervogel, die in Oost- en Zuidoost-Afrika overwintert.
Ongeveer even groot als rietzanger. 4 afbeeldingen |
De bosruiter is een zomergast , meest mei, en juli-sept. overwintert in tropisch Afrika en Z-Azië. 6 afbeeldingen |
Broedt in open bosgebieden met open plekken, struiken en hagen. Zomergast ( apr. - okt. ), overwintert in NO-Afrika.
Valt niet op in broedgebied, voornamelijk door zang vast te stellen. 3 afbeeldingen |
De brandgans broedt in kolonies op arctische eilanden en kusten, maar broedt sinds eind jaren 80 in steigende aantallen in Nederland.
Op de arctische eilanden broeden ze bij voorkeur op de rotskusten en steile hellingen. Groot deel van populatie overwintert in Nederland.
30 afbeeldingen |
De Brilduiker nestelt in holle bomen, soms wel 20 meter boven de grond en 2 km van het water verwijderd. De nestholte wordt bekleed met kleine houtschilvers en geleidelijk aangevuld met zacht wit dons. 14 afbeeldingen |
Vliegwijze goed herkenbaar met in ondiep V-gehouden vleugels en lange staart. Broedt bij voorkeur in overjarig riet, maar jaagt tot 5 km van het nest boven moerassen en weilanden op muizen, kikkers en kleine vogels. Klein aantal overwintert in het Deltagebied. Trekt in aug-sept/okt naar Middellandse zee gebied. Vanaf maart komen eerst de mannetjes terug. Terug van trek tot zelfs in mei. 95 afbeeldingen |
Deze soort komt buiten Europa in het wild voor. Foto genomen op Cuba. 3 afbeeldingen |
De buizerd is een veel voorkomende standvogel. Echter de Noord Europese vogels en grootste gedeelte uit Azie trekken naar Zuid Azie en Oost Afrika. In de winter zien we dan ook veel meer buizerds in de winter die naast onze standvogels een poosje blijven. 16 afbeeldingen |
Noord-Amerikaanse soort. In Europa plaatselijk uitgezet of uit tuinen ontsnapt. 2 afbeeldingen |
De dodaars bewoont rustig stilstaand of langzaam stromend water, van plassen. moerassen e.d. die dichtbegroeit zijn met waterplanten, tot grote meren met een weelderige randvegetatie. Het is een schuwe onopvallende vogel, die slechts zelden open water opzoekt. 18 afbeeldingen · 2 videos |
De draaihals is een spechtachtige, die zich voornamelijk voedt met mieren en kleine insecten.
Hij heeft een onopvallend verenkleed ( gecamoufleerd ) en in tegenstelling tot de spechtenfamilie een zachte snavel.Hij overwintert in Equatoriaal Afrika. Jonge en volwassen draaihalzen die in hun nest worden gestoord proberen de indringer af te schrikken door met hun nek te draaien. Hieraan dankt de vogel in vele talen zijn naam. 19 afbeeldingen |
De dwergarend zien we niet in Nederland, maar komt voor in Zuid-Europa, zoals in Portugal en Spanje. 5 afbeeldingen |
Duikt naar mosselen en kreeftachtigen, maar grondelt ook in ondiep water. De Waddenzee vormt het zuidelijkste broedgebied. 11 afbeeldingen |
De ekster is een standvogel. Bouwt een overdekt nest van takken en twijgen in boomkruinen. Zoekt op gazons naar wormen, insecten en etensresten. 2 afbeeldingen |
Wie kent hem niet, de fazant met zijn mooie klederdracht. Zowel de man als het vrouwtje hebben een prachtig verenkleed. De fazant is vanaf de middeleeuwen geintroduceerd in Europa en was bedoeld voor de plezierjacht. In de laatste 10-20 jaar is de fazant sterk in aantal afgenomen. 4 afbeeldingen |
De Fitis is het meest algemene loofzangertje in Nederland en komt in een grote verscheidenheid aan biotopen voor.Het is een uitgesproken zomervogel, die in april in Nederland terugkeert en van augustus tot in oktober door- en wegtrekt. De Fitis overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahara. 3 afbeeldingen |
Vooral voorkomend in Zuid-Europa. Meeste kolonies verspreid in Azië, Afrika, Midden-Amerika en Caribiën.
Is pas met 5-6 jaar geslachtsrijp en broedt in grote kolonies. Voedsel: schaaldieren, insectenlarven, wormen, slakken en fijne organische modder. 20 afbeeldingen |
De gewone fuut bewoont grote meren, plassen en moerassen met volop open water en een brede randvegetatie. 17 afbeeldingen |
De gaai is een stand- zwerf en gedeeltelijk trekvogel. Vandaar dat we in najaar en winter de gaai vaak zien. Vanuit het noorden komen veel gaaien tijdelijk in Nederland aan. 1 afbeelding |
ganzen: Eén van de talrijkste soorten wilde ganzen is de kolgans. Er zijn wel troepen van duizend stuks. Tijdens de overwintering hebben de ganzen voorkeur voor uitgestrekte bouw- en weilanden bij grote plassen en rivieren. Hij brengt de nacht door op het water. 'smorgens vroeg en 'savonds laat verlaat hij het water om voedsel te zoeken. 43 afbeeldingen |
De Geelgors is een typische vogel van bosranden, die ook overal waar bomen of struiken in het open veld staan kan broeden. 5 afbeeldingen |
|
gekraagde roodstaart ; de gekraagde roodstaart vertoont zijn opvallends gedrag tijdens de balts en bij het voeren van zijn jongen en is dan ook nauwelijks over het hoofd te zien. Als hij gaat zitten vergeet hij nooit flink met zijn staartveren te schudden en een kniebuiging te maken. Vroeger kwam deze vogelsoort veel voor in lichte loof- en gemengde bossen met open plekken voor. Tegenwoordig vind je ze ook in parken en tuinen in de buurt van de mens. 5 afbeeldingen |
gele kwikstaart: de kwikstaart is één van de vogelnamen die uitleggen wat een vogel doet. Zij hippen ook niet maar zij lopen net als piepers spreeuwen en kraaien. 10 afbeeldingen |
In Nederland en België zeldzame broedvogel en doortrekker in kleine aantallen. Komt voor in plassen met open wateroppervlakten en rijke oeverbegroeiing.
Broedkolonie--successen het grootst binnen kolonie van andere vogelsoort, zoals kapmeeuw, die extra bescherming biedt. 18 afbeeldingen |
Komt voor in moerassige oevers van rivieren en meren met wilgenbossen en moerassen met struikgewas. 1 afbeelding |
Broedt op droge bergheide en hoogveen. In Nederland het gehele jaar door te verwachten. In augustus arriveren grote aantallen, die in het najaar in het binnenland op open graslanden en akkers gaan pleisteren. 's Winters bij vorst wegtrekkend om in maart/april weer terug te komen. 4 afbeeldingen |
goudvink: de goudvink is typisch een zwerfvogel. In tegenstelling tot de grasmussen en lijsters interesseert de goudvink zich niet voor het vruchtvlees van de diverse bess en zaadsoorten, maar alleen voor de verborgen zaden. 5 afbeeldingen |
De grasmus broedt in open terrein met bomenrijen en struiken. Ze vertoeven hier van april tot en met september. Het is een zgn lange afstand trekker. 5 afbeeldingen |
De graspieper vertoeft hier van maart tot en met oktober en is een zgn korte afstand trekker. ( ze vertrekken naar Spanje, Italië, Griekenland, Turkeije en Marokko. ) 9 afbeeldingen |
Typische vogel van moerasgebieden van Zuid- en Zuidwest-Europa. Heeft in Nederland ook wel gebroed.
Heeft in de loop van de tijd een naamsverandering ondergaan. Was/is ook nog bekend onder de wonderschone naam : Waaierstaartrietzanger. 2 afbeeldingen |
Nederland vormt een van de belangrijkste pleisterplaatsen van Europa voor trekkende ganzen. In aantallen van 100 duizenden
overwinteren zij voorheen in Friesland, Flevogebieden en het Deltagebied.Tegenwoordig is deze soort vooral in kustgebieden,
moerasachtige gebieden en natte graslanden een ware plaag voor boeren en natuurbeheerders. Er worden zelfs maatregelen uitgevoerd
om de jonge aanwas aanzienlijk te beperken. 46 afbeeldingen |
In Nederland en België een zeldzame broedvogel. Een zomervogel, die in tropisch Afrika overwintert.
Voedsel: hoofdzakelijk de grotere insecten ( sprinkhanen, vlinders, kevers en libellen ), af toe gewervelde dieren. 3 afbeeldingen |
De grauwe vliegenvanger is hier van april tot en met september. Hij is een zgn lange afstand trekker en overwintert in tropisch en zuid-afrika 8 afbeeldingen |
Een havik-achtige roofvogel. In Europa een schaarse broedvogel, hoofdzakelijk voorkomend in Portugal en Spanje.
Buiten Europa broedvogel in grote delen van Afrika, India en Oost-Azië, Australië. Geregeld worden evenwel afgedwaalde
vogels buiten het verspeidingsgebied waargenomen. Ook in Nederland, België en Frankrijk. 5 afbeeldingen |
De groenling leeft in landschappen met hoge bomen, struiken en open velden. Hij behoort tot de meest voorkomende zangvogels in steden en dorpen, waar hij in tuinen en parken wordt gezien. Behalve zaden, knoppen en bloemen eet hij ook insecten. 5 afbeeldingen |
Jaagt bij voorkeur in ondiep water, snel rennend met schokkerige bewegingen visjes achtervolgend. Broedt in hoogvenen, soms in open bos. In Nederland en Belgie een doortrekker, te verwachten van eind maart tot begin november. 4 afbeeldingen |
De grote bonte specht is een algemeen voorkomende in Europa en meest verbreide spechtsoort. De soort is een standvogel. Ze broeden in alle boslandschappen, ook in boomgaarden en parken. 14 afbeeldingen |
De grote Lijster is een gedeeltelijke trekker, die in mildere streken, vooral bij de Middellandse zee, overwintert. 3 afbeeldingen |
De grote zaagbek bewoont het noordelijk deel van Europa, van IJsland, Groot-Brittanie en Scandinavie tot de Oostzeekust van Duitsland, polen en Rusland. 20 afbeeldingen |
Zilverreiger : Zowel de kleine- als de grote zilverreiger zijn in de 19e en begin 20ste eeuw heftig vervolgd om hun sierveren van kop en en rug. 24 afbeeldingen |
De Grutto is een trekvogel die overwintert in het Atlantisch gebied van West-Europa, het Middellandse zee gebied en ook veel zuidelijker tot in tropisch Afrika. Zijn meest geliefde woonplaats in het broedseizoen zijn vochtige graslanden en weiden. Zij komt bij ons aan in maart of april. ( Zij omdat er al paren zijn gevormd ) 9 afbeeldingen |
Stand- en zwerfvogel . Het mannetje is zogroot als een kraai, het vrouwtje zo groot als een buizerd.
De havik jaagt meer in het struikgewas en is minder cirkelend in de lucht en in open landschap te zien, zoals de buizerd. Het nest van de Havik noemen we een horst en wordt vaak op de kronen van bomen gemaakt. 6 afbeeldingen |
|
De hop komt nagenoeg niet meer bij ons voor, maar vinden we volop in midden- en zuid-europa.
Een trekvogel van april tot september. Broedt in boomholen en spleten in bomen,steenhopen en veldschuren maar ook in nestkasten.
legt vanaf begin mei. soms 2 legsels. 12 afbeeldingen |
Grootste van de wilde duivesoorten. Komt in geheel Europa, behalve in IJsland voor. Algemene duivensoort in Nederland. 4 afbeeldingen |
Komt in geheel Europa voor met uitzondering van Italië en Corsica. Is een zgn. standvogel.
Leeft in groepen en is binnen de groep zeer sociaal. 1 afbeelding |
De ijsvogel moet zijn buit in het water optisch kunnen fixeren en is daarom aangewezen op helder water met niet al te grote vissen. Plotselinge lange winterperiodes met veel vorst kosten veel ijsvogellevens. Ijsvogels maken in steile oevers langs watertjes licht omhooglopende gangen met aan het eind een ovale holle ruimte ( nestholte ). Op gunstige broedplaatsen broed hij soms "aan de lopende band ", terwijl het mannetje het 1ste broedsel jongen nog voert, broed het vrouwtje al het 2de of 3de legsel. Zo kunnen ijsvogels hun verliezen door lange strenge winters weer goed maken. 29 afbeeldingen |
|
Kauwen geven de voorkeur aan parklandschappen en open gebieden met boomrijen en loofbossen. Het is een sociale vogel die in kolonies broeden. Kauwenpaartjes blijven vaak hun leven lang bij elkaar. 7 afbeeldingen |
De keep is een wintergast en bezoekt ons land vanaf oktober tot eind april. Broedvogel in Scandinavië en Noord-OostEuropa.Verblijft bij voorkeur in beukenbossen, maar wordt ook wel in grote tuinen en parken gezien. 9 afbeeldingen |
Eind maart en april keren de mannetjes naar de broedgebieden terug, zo,n 2 a 3 weken voor de vrouwtjes.
op de broedplaats volbrengen ze de op de terugweg begonnen rui van kleine veren, zodat ze bij aankomst van de vrouwtjes al in hun opvallende broedkleed gestoken zijn.
Tussen man en vrouw bestaat geen band, de bouw van het nest, het bebroeden van de meestal 4 gelegde eieren en het groot brengen van de jongen is het werk van de vrouwtjes. 16 afbeeldingen |
De kieviet: Driekwart van de Europese broedvogels zitten in Noord Duitsland, Nederland en Polen. Het zijn korteafstandstrekkers en overwinteren in Noord Afrika en de landen rond de Middellandse zee. Bij het begin van de broedperiode mag de vegetatie niet hoger zijn dan 8 cm, opdat de broedende vogels niet in hun zicht gehinderd worden en de nestvliedende kuikens goed kunnen lopen. Legsel en en jonge vogels worden bedreigd door het vroege maaien, intensivering van het grasland ( versnelde grasgroei ) en gebruik van bestrijdingsmiddelen. 9 afbeeldingen |
De klapekster leeft in half open landschappen met een mozaiek van lage beplanting, struiken, heggen, vrijstaande bomen, water, rietkragen en weiden. De klapekster valt onder de familie van de klauwieren, maar heeft wel een breder voedselpakket. Behalve muizen, kleine vogels, hagedissen en kikkers, eet hij ook grote insecten. In de winter leeft hij meestal uitsluitend van de vogeljacht. Na een succesvolle jacht worden de prooidieren als voorraad tussen vorken van takken geklemd of op doornen gespiest. 5 afbeeldingen |
|
|
|
|
De kleine vliegenvanger is nauw verbonden aan loof en gemengde bossen met veel dood hout; het liefst in de buurt van water en schaduwrijke plaatsen met een hoge luchtvochtigheid. Hij is een echte insecteneten. Het nest wordt meestal niet zo erg hoog boven de grond in holten, nissen van boomstammen of achter de schors gebouwd en bestaat grotendeels uit mos. 2 afbeeldingen |
|
|
In maart, april en mei komen de kluten in paartjes terug naar hun broedgebied. Ze broeden in een dichte kolonie, meestal dicht bij het water en vaak op schorren, zand of in laag gras. 29 afbeeldingen |
De kneu leeft onder andere in landbouwgebieden met veel heggen, heidevelden, braakliggend land,duingebieden, tuinsteden en parken. Ze zijn overwegend afhankelijk van de onkruidzaden op de akkers. In de broedtijd leven ze ook van kleine insecten. 12 afbeeldingen |
|
De koekkoek is een trekvogel van april tot september in ons land.Hij is er in een grijze en een bruine variant. Legt zijn eieren in het nest van een andere vogel. In de regel nesten van zangvogels. 5 afbeeldingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Noord america ( Cuba ) 1 afbeelding |
|
|
|
|
|
|
Putter: Onder toeziend oog van de mannetjesputter bouwt het vrouwtjesputter haar nestje. Vaak maken ze dit nestje in fruit en laanbomen. Zijn puntige snavel is uitstekend geschikt om er de zaden uit de stekelige distels te halen. Daarom wordt hij ook wel distelvink genoemd. Ook de zaadjes van klis, kaardebol, berk en els staan op zijn menu. 5 afbeeldingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Men zal de roerdomp zelden te zien krijgen. Hij leeft in de rietzomen van grote moerassen en plassen. Het nest van de roerdomp bestaat uit een slordige riethoop op afgebroken of geplette rietstengels.
De roerdomp voedt zich voornamelijk met grote insecten, hun larven, kikkers en visjes, in West- en zuid Europa blijven de meeste vogels de hele winter op hun broedterreinen. 49 afbeeldingen |
Roodborst : Alleen in de lente, als zijn liedje nog hartstochtelijker klinkt, is er ineens een vrouwtje. Doordat ze zich zeerondanig gedraagt, wordt het hem duidelijk dat hij niet met een concurent te doen heeft, maar met een trouwlustige bruid. Terwijl hij de grenzen van hun gebied blijft bezingen, maakt zij in haar eentje een nestje en legt er eitjes in. Het nestje is gemaaktvan dor blad, mos,halmen,haar en zo nu en dan een fraai veertje. 7 afbeeldingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Noord america ( Cuba ). In Nederland soms een dwaalgast. 5 afbeeldingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vink: In de winter leven de vinken in gezellige groepen. Ze doen zich te goed aan beukenootjes, zoeken voedsel op de akkers en als ze daar niet te vinden zijn, zitten ze in ons vogelhuisje. Aan de forse snavel kun je al zien dat het een zaadeter is. Al in februari heeft het mannetje zijn trouwpak aan. Zijn bruine kop is mooi blauw geworden, zijn borst en wang blozend rood. Als het dan al een beetje naar de lente gaat ruiken, bakent hij heftig zingend zijn territorium af, met een volle waterval van klanken. Het nest bouwt het vrouwtje in haar eentje. Het is een keurig napje van mos, korstmos en grasjes doorvlochten met haar en spinseltjes. 2 afbeeldingen |
|
|
|
|
Watersnip : De watersnip wordt onder de Nederlandse weidevogels tot de kritische soorten gerekend. Zij stellen strenge eisen aan hun biotoop en die weinig bestand zijn tegen veranderingen daarin. De watersnip is een trekvogel die in West- en ZuidEuropa en in Afrika overwintert. Ook in zachte winters komen in Nederland veel watersnippen voor. 12 afbeeldingen |
|
|
|
Winterkoning : De winterkoning broedt in alle Europese landen en is op de meeste plaatsen een uigesproken standvogel. Hij is beslist niet op alle plaatsen even talrijk. Voorkeursbiotopen worden vrijwel steeds gekenmerkt door de aanwezigheid van veel oud geboomte en een beetje rommelige omgeving. 10 afbeeldingen |
|
|
|
Witte kwikstaart: De witte kwikstaart is bij veel mensen een bekende vogel. Hij is vanaf maart tot oktober in ons land aanwezig, maar blijft bij zachte winters ook wel bij ons overwinteren. De broedtijd loopt van eind april tot in juli, in deze periode lworden gewoonlijk 2 broedsels groot gebracht. 7 afbeeldingen |
Wulp: Wulpen zijn trekvogels die in zuid- en west Europa en in afrika overwinteren. De broedplaatsen worden meestal half maart betrokken, maar de eerste eieren worden zelden voor half april gelegd. 8 afbeeldingen |
Zanglijster : Zanglijsters bewonen loofbossen,parklandschappen met lichte ondergroei, landgoederen, oude tuinen en villawijken. In het westen van het land is de binnenduinrand zeer in trek. Bij zacht weer zingen zanglijsters al begin januari. 10 afbeeldingen |
|
Zilvermeeuw: De zilvermeeuw is een karakteristieke broedvogel van onze duinen. Plaatselijk vormt hij daar kolonies die soms vele duizende paren tellen. 3 afbeeldingen |
|
|
Zwaan: De zwanen in Nederland zijn standvogels, die echter bij vorst wegtrekken naar open water. 7 afbeeldingen |
|
|
|
|
|
|
|
| |